VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Een flink aantal beursgenoteerde bedrijven geeft beleggers maar weinig inzicht in de afspraken die ze met hun financiers hebben gemaakt.

Liefst twaalf van de 33 bedrijven met schuldafspraken geven hier in hun jaarverslag onvoldoende informatie over. Het gaat dan bijvoorbeeld over de afspraken die gemaakt zijn of de manier waarop financiële ratio’s berekend worden.

Dat blijkt uit onderzoek van de VEB naar de openheid die beursfondsen in hun jaarverslagen geven over de schuldconvenanten.

Hoewel bedrijven wettelijk niet verplicht zijn om openheid te geven over hun bankconvenanten, zijn de gemaakte afspraken voor beleggers van groot belang. Bij schending van de afspraken kunnen banken van bedrijven maatregelen eisen, waaronder stopzetting van de dividendbetaling, een aandelenuitgifte of het verkopen van bedrijfsonderdelen.

Niet duidelijk
Onder de AEX-fondsen behoren telecombedrijf Altice en uitgeefconcern Reed Elsevier tot de bedrijven die niet alle bankafspraken communiceren met de buitenwereld. Zij laten te weinig los over de exacte berekeningswijze van afgesproken financiële ratio’s of volstaan met een selectieve opsomming van enkele convenanten.

Reed Elsevier houdt het bij de formulering dat voor haar bankfaciliteit “financiële convenanten gelden die gebruikelijk zijn voor de omvang en de financiële sterkte van het bedrijf”.

Baggeraar Boskalis geeft wel aan welke twee “voornaamste” financiële convenanten met de huisbanken zijn. Volledig lijkt deze informatie dus niet. Boskalis is voor zijn financiering ook afhankelijk van Amerikaanse schuldbeleggers. Of er aanvullende afspraken zijn gemaakt met deze crediteuren wordt niet vermeld.

Ook retailer Ahold laat onduidelijkheid bestaan over de schuldafspraken. In het jaarverslag legt het concern wel uit hoe het zelf de schuldratio berekent. Wat ontbreekt is de rekenmethode van de banken om te bepalen wat de verhouding tussen nettoschuld en bedrijfsresultaat exact is.

Ook ASML en Wolters Kluwer lichten niet toe hoe de berekening van de schuldratio door hun banken eruitziet.

Geen convenanten
Bij meer dan de helft van de AEX-bedrijven zijn de schuldafspraken geen thema. Zij hebben in de meeste gevallen geen leningen afgesloten bij bankinstellingen.

Tot die groep behoren bijvoorbeeld de financiële instellingen Delta Lloyd, NN Group, ING en Aegon. Zij financieren zichzelf hoofdzakelijk via onderhandse obligatieleningen (“no-aandeelhoutes”). Hun jaarrapportages maken geen melding van financiële randvoorwaarden waaraan zij moeten voldoen om de financiering niet in gevaar te brengen.

Ook Philips, DSM en KPN worden door hun financiers ogenschijnlijk niet erg dicht op de huid gezeten. Zo geeft fijnchemieconcern DSM aan dat “schuldconvenanten geen onderdeel uitmaken van de obligatieleningen en financieringsarrangementen”.

KPN heeft zichzelf wel financiële kaders opgelegd, om de kredietbeoordelaars te vriend te houden, maar voor haar schuldpapier en bankleningen zijn geen schuldafspraken gemaakt.

Midkap

Ook onder de midkapfondsen is niet ieder bedrijf even transparant over de bankafspraken. Zes bedrijven laten onduidelijkheid bestaan over de precieze inhoud van hun financieringsovereenkomst.

Dat zijn bijvoorbeeld de machinebouwer voor de chipindustrie Besi, medicijnmaker Fagron, textieltechnologiebedrijf TenCate en de onlangs door investeerder Hal naar de beurs gebrachte optiekketen GrandVision.

Van de AMX-bedrijven maken Galapagos, BinckBank en PostNL momenteel geen gebruik van bankleningen.

Waarborgen
Als bedrijven bij banken of via onderhands schuldpapier geld lenen, willen geldverstrekkers behalve een rentevergoeding ook waarborgen. Daarom bevatten convenanten ook de voorwaarden die banken aan ondernemingen opleggen bij de toekenning van een lening.

Die afspraken schrijven onder andere  voor dat de verhouding tussen nettoschuld (korte- en langetermijnleningen minus liquide middelen) en bedrijfsresultaat (ebitda) niet hoger mag zijn dan drie.

Ook is veelal opgenomen dat de rentelasten ten minste enkele malen moeten kunnen worden betaald uit het bedrijfsresultaat (rentedekking).

Voor vastgoedbedrijven als Wereldhave, NSI en Unibail Rodamco zijn bovendien de beleningsgraad (de schuld ten opzichte van de waarde van het vastgoed) of solvabiliteit (eigen vermogen ten opzichte van balanstotaal) gangbare criteria. 

Bankier op bezoek
Wat er kan gebeuren als bedrijven hun bankafspraken niet kunnen nakomen, is recent pijnlijk duidelijk geworden bij Imtech. In korte tijd moest het bedrijf vijf keer een beroep doen op zijn financiers.

Die vijfde keer bleek, na twee aandelenuitgiftes en de verkoop van een bedrijfsonderdeel, teveel. Onderneming en banken konden het niet eens worden met het faillissement als gevolg.  

Vorige maand werden aandeelhouders Heijmans opgeschrikt door slecht nieuws. De nettoschuld was gedurende het tweede kwartaal zodanig opgelopen dat het bouwbedrijf de bankafspraken gevaarlijk dicht naderde.

Het bouwconcern verloor daarop meer dan 40 procent van zijn beurswaarde. In het eerste kwartaal was Heijmans al in conclaaf gegaan met zijn kredietverschaffers na tegenvallende jaarcijfers. Daar stond toen een eenmalige boete én een opgeschroefd rentepercentage tegenover.